Dorking

Herkomst 

Reeds voor onze jaartelling door de Romeinen naar Engeland gebracht en daar tot zijn huidige kwaliteiten gebracht. 

Algemene indruk en eigenschappen 
Een vrij laag gesteld, witvellig, witbenig, vijftenig hoen met rechthoekige, zware bouw. Komt in bevedering overeen met de Europese landhoenders doch wijkt daarvan wat grootte, gewicht en diepere stelling aangaat, vrij sterk af. Het ras is erkend zowel met enkele- als met rozekam. 

Vormbeschrijving 
Romp: fors, lang en diep, van terzijde gezien rechthoekig van vorm, lang en recht borstbeen. 
Kop: tamelijk groot, gezicht glad; rood. 
Kam: enkelkammig: vrij groot, stevig aan de basis, regelmatig getand met vijf zes kampunten, de kamhiel volgt de buiging van de nek zonder daarop te rusten; levendig rood. 
Rozekammig: vrij breed, van voren vierkant, naar achteren iets versmallend en uitlopend in een iets opgaande doorn, van boven vrij vlak en bedekt met kleine puntjes; levendig rood. 
Snavel: middellang, krachtig, goed gebogen. 
Kinlellen: vrij lang, van onderen goed afgerond. 
Oorlellen: matig ontwikkeld, ongeveer reikend tot een derde van de kinlellen; levendig rood (iets wit erin is toegestaan, mits niet meer dan 1/3 van de oppervlakte).

Ogen: middelgroot; oranjerood. 
Hals: Vrij kort, goed gebogen; halsbehang zeer vol en overvloedig, ruim over de schouders vallend, waardoor de hals van onderen dik toont. 
Rug en zadel: lang en breed over de gehele lengte, recht, iets afhellend naar de staart. Zadel breed met overvloedig zadelbehang. 
Borst: breed, diep en vol, goed gerond, naar voren gedragen. 
Vleugels: groot, goed aangetrokken tegen het lichaam gedragen, zonder af te hangen. Grote en kleine slagpennen lang en breed. 
Schouders: breed. 
Staart: groot en vol, goed gespreid en half hoog gedragen. Stuurveren breed, overvloedig voorzien van staartdekveren. Sikkels breed en goed gebogen. 
Achterlijf: goed ontwikkeld en flink naar achteren gedragen. 
Dijen: kort, fors en goed bevleesd, grotendeels verborgen in het dons. 
Loopbenen en tenen: loopbenen goed uit elkaar geplaatst, krachtig, kort, rond, vrij van veren. Vijf lange tenen. De vijfde teen, direct boven de achterteen geplaatst, is daarmee niet vergroeid en is iets naar boven gericht. Loopbenen en tenen wit zonder roze of rode aanslag. 
Bevedering: rijk doch goed aansluitend, donspartij matig ontwikkeld. 

Eventuele verschillen tussen haan en hen 
Behoudens secundaire geslachtskenmerken geen verschillen van betekenis. De kam mag bij de hen achter iets omvallen. De hen draagt de staart iets lager en wat minder gespreid dan de haan. 

Ernstige fouten 
Te geringe grootte; smalle bouw; korte rug; te lange benen; begin van voetbevedering; loopbenen en tenen anders dan wit. 

Fouten 
Bovenstaande ernstige fouten in mindere mate voorkomend. 

Gewicht Haan: 3,6-5 kg Hen: 3,5-4 kg 
Ringenmaat Haan: 22 mm Hen: 20 mm 

Kleurslagen 

Donker zilverpatrijs: 
De kam kan bij deze kleurslag enkel- of rozekammig zijn. 
Kleur en tekening van de haan: 
Zoals aangegeven onder nr. 5 van de Alg. Kleurbeschrijving, met dien verstande dat de kop licht zilvergrijs is, het hals- en zadelbehang zilverwit of licht strogeel met schachtstreeptekening, terwijl de schouderboog en de rug licht strogeel, of zilverwit, doormengd met zwart of grijs moeten zijn. Enig wit in de grote sikkels is toegestaan. Snavel: donker hoornkleurig. 
Kleur en tekening van de hen: 
Snavel: donker hoornkleurig. 
Kop: gevederte zwart. 
Hals: halskraag zilverwit of licht strogeel, krachtig gestreept met zwart of grijs; voorzijde van de hals donker zalmkleurigrood. 
Vleugels: boeg, schouders en vleugeldekveren zwart, doormengd met donker bruinachtig grijs in het midden van de veren; veerschachten dof wit of strogeel; grote slagpennen grijsbruin; kleine slagpennen: buitenvaan zwart, binnenvaan zwart doormengd met donkergrijs. 
Rug: iets donkerder dan de vleugeldekveren, vrijwel zwart; veerschachten dofwit of strogeel. 
Staart: stuurveren donkerbruin met grijze pepering; staartdekveren overeenkomstig de rugveren. 
Borst: donker zalmkleurig, iedere veer aan het ondereinde zwart gerand, welke omranding naar de zijden van de borst iets in kracht toeneemt; veerschachten lichtbruin. 
Lichaam en donspartij: lichaam zwart, iets doormengd met grijs; donspartij dofzwart met grijze aftekening. 
Benedendijen: donkergrijs met bruin. 
Dons: donkergrijs. 

Zilverpatrijs: 
Kam: enkelkammig. 
Kleur en tekening van de haan:
Zoals aangegeven onder nr. 5 van de Alg. Kleurbeschrijving, met dien verstande dat hals- en zadelbehang vrij van schachtstreeptekening moeten zijn. (In het halsbehang is een smalle grijze streep in de onderste veren toegestaan doch niet gewenst.)

Snavel: rose-wit, enige hoornkleurige aanslag toegestaan. 
Kleur en tekening van de hen: 
Zoals aangegeven onder nr. 5 van de Alg. Kleurbeschrijving, met dien verstande dat de smalle, zwarte schachtstreeptekening alleen in de onderste helft van de halskraag voorkomt, terwijl de pepering op de zilvergrijze grondkleur van vleugels en rug donkergrijs is. De donkerder pepering vormt smalle lijntjes die evenwijdig aan de veerrand lopen. 
Ernstige fouten 
Te veel hals- en zadeltekening bij de haan; te rossige of te bruine tint in de vleugels van de hen. 

Rood: 
Kam: enkelkammig. 
Kleur en tekening van de haan:
Kop: rood. 
Snavel: rose-wit met hoornkleurige aanslag. 
Hals: halsbehang levendig glanzend rood; voorzijde hals groenglanzend zwart. 
Rug en schouders: donkerrood. 
Zadelbehang: levendig, glanzend rood. 
Vleugeleinde: zichtbare gedeelte van de kleine slagpennen bruinrood. 
Vleugelband: groenglanzend zwart. 
Staart: sikkels groenglanzend zwart; staartdekveren groenglanzend zwart, voor zoverre grenzend aan het zadelbehang bruingerand; stuurveren zwart. 
Borst: glanzend zwart. 
Lichaamsbevedering: zwart, donspartij dofzwart. 
Benedendijen: zwart. 
Dons: grijs. 
Kleur en tekening van de hen: 
Snavel: rose-wit met hoornkleurige aanslag. 
Hals: halskraag warm goudbruin met zeer krachtige halsstreeptekening; voorzijde van de hals roodbruin. 
Borst, flanken, dijen, vleugels, dekveren en rug: donker roodbruin met zwarte, halvemaanvormige randtekening op het einde van iedere veer. 
Dons: grijs.

Wit: 
Kam: rozekammig. 
Kleur van haan en hen zoals aangegeven onder nr. 98 van de Alg. Kleurbeschrijving. 
Snavel: wit tot rose-wit. 

Koekoek: 
Kam: rozekammig. 
Kleur en tekening van haan en hen zoals aangegeven onder nr. 104 van de Alg. 
Kleurbeschrijving. 
Snavel: rose-wit tot wit.